Reportage van Lowlands Science 2024
Op de achtste editie van Lowlands Science is de tijdgeest niet ver weg: van een bot die leert hoe hij woke moet zijn, tot aan onderzoek naar stereotypen in porno. Rode draad is dat bezoekers vooral veel over zichzelf konden leren tijdens de drie dagen feest in Biddinghuizen. ‘Er brak één meisje bijna in tranen uit, omdat zij een halfjaar met haar gezondheid had gesukkeld en zich hierin herkende.’
In de glazen cabine gebeurt drie minuten voor sluitingstijd op de zaterdag iets dat de afgelopen twee dagen nog niet is voorgekomen. Student Lucas kraakt de code van een aantal knoppen om een zwaailicht aan te krijgen. Hij doet dat onder toeziend oog van anderen, in deze glazen kas dus.
Bezoekers die zich afvragen hoe ze onder druk kunnen presteren, kunnen hier ervaren of ze juist beter of slechter presteren door de tijds- en sociale druk. Lucas lukt het. De onderzoeker van de Universiteit van Amsterdam die presenteert, schreeuwt in extase: “Nee, hou op! Dit is nog nooit gebeurd! Dit is de low score waar niemand meer onder doorgaat. Serieus, jongen.”
De glazen cabine is slechts één van de dertien experimenten en activiteiten waar Lowlands-bezoekers dit jaar aan mee kunnen doen in het kader van Lowlands Science, een paviljoen naast de enorme Alpha-tent.
Lowlands Science, dat sinds 2015 bestaat, is ook negen jaar later weer enorm in trek. Veel onderzoeken hebben een ludiek karakter en sluiten qua onderwerp aan bij de behoeften van de meeste van de 60.000, veelal jongere, bezoekers van het festival: seks, dansen en feest. BKB organiseert het programma samen met VPRO Tegenlicht en New Scientist; in 2020 kreeg het project de Irispenning voor Excellente Wetenschapscommunicatie toegekend.
Bejaarden in een babybadje
Om wetenschapscommunicatie gaat het ook bij de tentoonstelling ‘Kleine deeltjes, grote revolutie’. Promovendus Vincent Koeman van de Universiteit Leiden, gespecialiseerd in wetenschapscommunicatie over kwamtummechanica, hoopt dat mensen hier op een laagdrempelige manier kennis maken met het onderwerp. “Bezoekers zien een aantal panels waarop de technologie wordt uitgelegd,” zegt hij, “en kunnen experimenteren digitaal nabootsen.”
Met vragenlijsten vooraf en achteraf de tentoonstelling wordt gemeten in hoeverre de kennis, maar ook interesse van bezoekers in kwantummechanica is toegenomen. Hij ziet sommige bezoekers die denken veel van het onderwerp te weten, maar vervolgens naar buiten lopen en zeggen dat ze er geen zak van snappen. “Anderen lopen naar buiten met veel meer interesse in het onderwerp. En sommigen vinden de tekst toch net te ingewikkeld. Het loopt nogal uiteen,” zegt hij.
Net zulke uiteenlopende reacties krijgen de buren van ‘Klimaatjournalistiek 2.0’. Zoals de titel al zegt zijn de onderzoekers van de Fontys Hogeschool in Tilburg daar op zoek naar de juiste manier om journalistiek vorm te geven over het klimaat. Journalist en onderzoeker Daphne van Paassen is ‘verbaasd’ over hoezeer het storm loopt zaterdag. “We dachten dat iedereen vandaag brak zou zijn en niemand meer naar binnen zou lopen, maar we hebben allerlei discussies met onze bezoekers.”
Als voorbeeld wijst ze naar een foto die aan de muur hangt, met vijf bejaarde vrouwen die lachend met een drankje hun voeten in een babybadje dopen, omdat het buiten heet is. “Dat leidt tot de vraag: is dit goed beeld voor bij een artikel over klimaatverandering? Of is het niet veel te vrolijk voor zo’n groot probleem?”
Sletterige schoolmeisje
Wat vindt Van Paassen zelf? “Als je nieuws hebt over weerrecordstemperaturen en aanhoudende hittegolven, zijn vrolijk strandbeeld of mensen die ijsjes eten gewoon niet zulk goed gekozen beeld. Daarmee geef je de ernst van de situatie niet aan. Dat vinden we problematisch.”
Bezoekers krijgen acht foto’s over het klimaat te zien – van een zonsondergang op zee, tot aan een foto van een skiër op een klein strookje sneeuw dat over is in een Alpendorp – en moeten aangeven wat voor emoties de foto’s bij ze oproepen. Ook geven ze aan of ze een artikel wel of niet zouden willen lezen.
Er is veel te zien voor bezoekers: zo ook bij het veelbesproken Pornfessions van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daar kunnen Lowlandsgangers twintig minuten lang naar (hetero)porno kijken, terwijl ze hun hartslag gemonitord worden en hun ogen gevolgd worden door software. Ze kunnen ook plaatsnemen in een biechthokje, waar een onderzoeker hen ondervraagt over hun voorkeuren in porno. De vraag is: welke stereotypen in porno slaan aan, en waarom?
Cultuursocioloog Samira van Bohemen legt uit: “Cultuur, en de betekenis die we aan iets geven, staat niet los van onze lichamen. Als we iets hebben geleerd, internaliseren we dat in ons lichaam. Mensen raken dus fysiek opgewonden van de dingen die ze hebben geleerd.” Tegelijk, zegt ze, weten we veel te weinig van de sociale kant van stereotypen in seks. “Stereotypen zijn versimpelingen van wat mensen in het dagelijks leven wel of niet aantrekkelijk vinden.” Het meest hardnekkige stereotype is volgens haar dat van het ‘sletterige schoolmeisje’. “Dat is een heel oud stereotype dat betrekking heeft op de hiërarchie en sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.”
Honderd swabjes in één dag
Dit onderzoek is dermate populair dat mensen zich moeten inschrijven, en soms wel 45 minuten wachten tot ze kunnen plaatsnemen. Van Bohemen: “Onderdeel van die populariteit is dat mensen die stereotypes herkennen, en dat ze porno doorgaans leuk vinden. Er zijn overigens ook mensen die het helemaal niet herkennen. Die denken dan dat hun data onbruikbaar is voor ons, maar dat is juist prettig.”
Ook zijn mensen erg benieuwd naar inzicht in hun eigen seksualiteit. Reacties lopen uiteen: van een man die zei dat hij na het experiment zijn vrouw ging halen om de tent in te duiken, tot een jonge vrouw die een halfuur lang buiten stond te blozen en moest bijkomen omdat ze het te intens vond.
Ze wil al drie jaar lang de hartslag van mensen meten bij het zien van porno. En het biechthokje? “Dat vond ik een leuk, aanvullend idee. Soms raken mensen ook opgewonden van iets, waar ze het helemaal niet mee eens zijn.”
Seks is nooit ver weg op Lowlands Science. Aan het einde van de dag is moleculair microbioloog Eefje Schrauwen van Avans Hogeschool met enkele bezoekers in gesprek geraakt over de bijnamen voor de vagina: ‘vajayjay’, ‘flamoes’, of ‘voorbips’, zoals in de Luizenmoeder?
Maar Schrauwens experiment is allesbehalve plat. Zij runt ‘Viva la vaginoom’, waar vrouwen met een swab erachter kunnen komen welke bacteriën er in hun vagina leven. “We hoopten op honderd swabjes in het hele weekend, maar die hadden we in één dag al,” zegt Schrauwen.
Bezoekers komen om uiteenlopende redenen langs: bijvoorbeeld omdat ze vinden dat er meer geïnvesteerd moet worden in de gezondheid van de vrouw, of omdat ze zelf weinig weten over de vagina. Eén bezoeker brak bijna in tranen uit omdat zij een halfjaar heeft gesukkeld met klachten van bacteriële vaginose: zij kon niet geholpen worden door de huisarts en gynaecoloog, omdat er geen goede producten zijn om de disbalans in bacteriën weer op orde te brengen. “Zij herkende zich hierin, en wij gaven haar erkenning.”
Schrauwen vindt het vooral een bijzondere ervaring dat ze haar hele lab naar Lowlands heeft verplaatst. “We hebben het helemaal hier nagebouwd, in het klein. Dat was ontzettend veel werk, en de eerste keer dat ik zoiets deed.” Maar ze vindt het dat dubbel en dwars waard. “We leren als een malle, een collega zei: ik heb nog nooit zo’n leercurve gehad. En dag twee gaat alweer beter dan dag één: we zijn beter op elkaar ingespeeld en weten welk verhaal we mensen moeten vertellen.”
Kunstmatige intelligentie en woke
De tijdgeest is ook aan te voelen op het festivalterrein. Zowel de wokebeweging als de opkomst van kunstmatige intelligentie zijn terug te zien in de ‘Wokebot’ van de Universiteit Utrecht. Twee mannelijke proefpersonen krijgen daar, in koppels, van een robot een situatieschets. Ze moeten daarna in discussie met elkaar over wat ze zouden doen, en van die input leert de Wokebot weer.
De situatie is als volgt: stel dat jullie collega’s zijn, en op maandagochtend hoor je een vrouwelijke collega zeggen dat ‘mannen vaak niet zo’n belangstelling voor dit werk hebben’. Wat doe je dan? Stop je met praten en kijk je naar deze collega; ga je ongestoord door met je gesprek; betrek je deze collega juist bij het gesprek; of verander je het onderwerp?
De twee mannen reageren enigszins verward, en snappen niet zo goed wat de situatie is. Ze vragen of de situatie nog eens kan worden herhaald. Nadat ze in discussie zijn gegaan, legt één van de vrijwilligers uit: dit is precies wat er de hele tijd gebeurt. Het gender waar het vooroordeel over gaat, wordt aangepast aan het gender van de bezoekers. En wat blijkt: als het over mannen gaat, vragen de mannelijke proefpersonen steevast wat de situatieschets precies is; maar als het over vrouwen gaat, herkennen de vrouwelijke proefpersonen zo’n situatie uit duizenden.
Cowboyhoedjes en paardenposters
Niet alles wordt aan de bezoekers verklapt. Bij Monique Flecken van de Universiteit van Amsterdam kunnen festivalgangers de Yeehaw Lowlands Line Dance doen: daar zijn al 200 mensen in zestien uur langs geweest. Bezoekers leren van een video-instructie meerdere linedance pasjes, goed voor een show van twintig minuten lang. Sommigen leren de pasjes doordat er een woord op wordt geplakt; anderen doordat er een handgebaar aan een pasje wordt gekoppeld; en weer anderen zien alleen de pasjes zonder verdere uitleg of associatie.
“We gaan die groepen daarna met elkaar vergelijken,” zegt Flecken. Ze is taalwetenschapper en doet onderzoek naar de invloed van taal op je denken. “Het gaat om het idee dat taal niet alleen maar voor communicatie dient, maar ook belangrijk is voor het geheugen en de waarneming.” Zij vertelt alleen niet aan bezoekers dat het hier gaat om de rol van taal, om hen niet te beïnvloeden. “Ik denk dat niemand het door heeft.”
Voor de leuk wijst een jury van onderzoekers ook een winnaar aan na de opvoering. “Al gaan we natuurlijk achteraf met video-opnames analyseren wie nou het beste de pasjes heeft geleerd.” En de bezoekers? Die vinden het ‘heel leuk’ om een linedance te leren. “Dat komt denk ik door de atmosfeer, de paardenposters die we hebben, de cowboyhoeden. En blijkbaar is countrymuziek weer helemaal in.”
Dit was er verder te zien op Lowlands Science
- In het experiment Boost de biodiversiteit van Lake Lowlands van de Nationale Wetenschapsagenda en het Nederlands Instituut voor Ecologie konden bezoekers op een filterfiets trappen om te zien wat er in het meertje tegenover de Alpha-tent leeft.
- De Rijksuniversiteit Groningen liet in Accentherkenning door mens vs. machine festivalgangers enkele zinnen uitspreken in een mobiel laboratorium. Zij hoorden daarna vijf zinnen van anderen en probeerden te raden waar die vandaan kwamen. Zo trainden ze AI.
- Kun je een deepfake onderscheiden van een echt filmpje? En hoe ziet een typisch ‘Lowlands-gezicht’ eruit? Dat konden bezoekers onderscheiden in De kunst(mat)ige revolutie van generatieve AI van de Nationale Wetenschapsagenda en de Universiteit van Amsterdam.
- Bij Holland’s Next Embryo Model van het Rathenau Instituut konden Lowlandsbezoekers in gesprek met de designer van een menselijk embryo-model, dat op een echt embryo leek. En, niet geheel onbelangrijk: bezoekers konden de catwalk op.
- Wilde je het gesprek aan met iemand die kampt met hardnekkige vooroordelen? Denk aan een klimaatactivist, een vluchteling of een sekswerker. Dat kan bij Bloed, zweet en praten, alleen maten onderzoekers van de Universiteit Utrecht, Universiteit Leiden en Nationale Wetenschapsagenda dan ook wat dat met jouw lichaam en geest deed.
- Recyclen kun je leren, op Lowlands: met het spel Hooked on Plastics kon je niet alleen het milieu helpen, maar ook de onderzoekers van Wageningen University en de Nationale Wetenschapsagenda.